Cranach, Raphaël, Rubens, Van Dyck, Rembrandt, Hubert Robert, Vigée-Lebrun
Sous la direction de Johann Kräftner
"Les collections du Prince de Liechtenstein" is toegevoegd aan je winkelmand.
Winkelmand bekijkenDe Vorsten van Liechtenstein, die al sinds de 16e eeuw grote kunstliefhebbers zijn, stelden recent de topwerken uit hun collectie tentoon in Japan (Tokyo, Kochi, Kyoto), in Singapore, in China (Peking, Shanghai) en in Moskou, en in het najaar van 2015 zullen ze te zien zijn in Hôtel de Caumont in Aix-en-Provence. Een uitstekende gelegenheid dus voor een prestigieuze tentoonstellingscatalogus.
De collectie van de Vorsten van Liechtenstein is een van de belangrijkste privécollecties, en ze is nog altijd springlevend, want de regerende vorst, Hans-Adam II, voert een actief aankoopbeleid. In Hôtel de Caumont zal de bezoeker de smaak van deze vorstelijke familie kunnen appreciëren via een reeks werken van de 14e tot de 19e eeuw.
Het parcours van deze catalogus vangt aan met enkele schatten uit de late middeleeuwen, zoals Maria met Kind (ca. 1420), tegen een gouden achtergrond, van Lorenzo Monaco. Na deze spirituele schilderkunst introduceerde de renaissance vanaf de 16e eeuw een nieuwe stijl. De prachtige Venus (1531) van Lucas Cranach de Oude, alsook zijn Sint-Christoffel, vertonen veel natuurlijker poses en huidtinten dan de vroegere werken. De kunstenaars stelden van dan af vooral de mens centraal, zoals blijkt uit het fraaie Portret van een man (ca. 1502-1504) van Rafaël, of De belastingontvangers (na 1501) van Quentin Metsys. De schilders vonden inspiratie in de oudheid, nu eens in de mythologie (Hans von Aachen, Diana en haar nimfen rustend na de jacht, ca. 1602), dan weer in eigentijdse voorstellingen van ruïnes (Herman Posthumus, Landschap met Romeinse ruïnes, 1536).
In de 17e eeuw begonnen de kunstenaars het licht op een totaal nieuwe manier te behandelen. Matthias Stomer was een virtuoos van het clair-obscur, met stemmige taferelen waarin het enige licht wel uit het lichaam van het kind Jezus lijkt te stralen (De aanbidding der herders van Matthias Stomer, ca. 1640-1650). Bij anderen barst het licht uit in schelle kleuren (Cristofano Allori, Judith met het hoofd van Holofernes, 1613). Rubens was een van de belangrijkste kunstenaars van deze eeuw. We zien onder meer Mars en Rhea Silvia, een meesterlijk doek dat al sinds 1710 deel uitmaakt van de collectie, zij aan zij met de schets voor datzelfde schilderij, die in 1977 werd aangekocht.
De 17e eeuw werd ook gekenmerkt door de herwaardering van zogezegd “minderwaardige” genres: het portret, het genretafereel, dat een moment uit het dagelijkse leven vastlegt, het stilleven. Ook deze genres zijn goed vertegenwoordigd in de collectie van de Vorsten van Liechtenstein, met een nog vroege Rembrandt, Amor met zeepbel, een Portret van een man van Frans Hals, en drie portretten van Van Dyck, naast muziektaferelen en braspartijen in de beste Vlaamse traditie.
Het parcours eindigt in de 18e en vroege 19e eeuw. Giovanni Paolo Pannini (Capriccio met de grootste monumenten en beeldhouwwerken uit het antieke Rome, 1735) en Hubert Robert (Capriccio met het Pantheon voor de haven van La Ripetta, 1761) bedachten monumentale, op de oudheid geïnspireerde landschappen, terwijl Joseph Vernet voor zijn Baadsters koos voor een exotischer benadering, met warm zonlicht en een zekere loomheid. Het parcours wordt afgesloten met een evocatie van het Weense aristocratische milieu in de 19e eeuw, tegelijk intiem en precieus, bloemrijk en sensueel.
Aix-en-Provence, Hôtel de Caumont, 29 oktober 2015 – 13 maart 2016