x
Inschrijven nieuwsbrief

Heliopolis

Onder leiding van Marie-Cécile Bruwier en Anne Van Loo

"Heliopolis" is toegevoegd aan je winkelmand.

Winkelmand bekijken
€ 60
Pagina's
240
Afmetingen
28 x 23
Formaat
Hardcover met stofomslag

Als sinds de oudheid wordt de naam Heliopolis geassocieerd met een mysterieuze Egyptische stad, en prikkelt zowel in het Oosten als het Westen de collectieve verbeeldingswereld. Deze minstens 4500 jaar oude stad aan de Nijldelta, is niet alleen aan dromen ontsproten. In de oudheid was ze een pleisterplaats voor reizigers, in de middeleeuwen een bedevaartsoord en in het begin van de 20e eeuw was ze de plaats waar de industrieel Édouard Empain een geheel nieuwe stad deed verrijzen. Vandaag is Heliopolis een voorstad van Caïro. Haar huidige dynamiek en eigenheid is gebaseerd op de dialoog tussen de culturen die haar vorm gaven, waardoor ze nog altijd een van de opmerkelijkste plekken van deze Egyptische metropool is.

Iunu, het oude Heliopolis, was de hoofdstad van het dertiende nomos van Neder-Egypte en het theologische centrum waar zich de grootste zonnetempel van het Egypte van de faraos bevond. De faam van deze stad, die iets noordelijker was gelegen dan haar hedendaagse evenknie, trotseerde de eeuwen. Griekse en Romeinse auteurs als Strabo, Diodorus van Sicilië en Herodotes en ook middeleeuwse reizigers uit het oosten en het westen evoceerden haar in hun geschriften.

Volgens de overlevering zou de Heilige Familie op haar vlucht naar Egypte in Matarieh (vlakbij het oude Heliopolis) hebben verbleven en zo werd de stad een pelgrimsoord voor christenen.

Voor zijn onderneming zou de Belg Édouard Empain voortbouwen op dit fabelachtige rijke verleden. Deze verlichte bankier en industrieel had voordien al de Parijse metro aangelegd. Het was zijn droom om in het midden van de woestijn een tuinstad te stichten, die dankzij een uitgekiend systeem van openbaar vervoer met de hoofdstad Caïro was verbonden. In 1905 richtte hij een maatschappij onder Egyptisch recht op en verwierf 2500 hectaren zand. Om te vermijden dat hij het Nieuwe Heliopolis op overblijfselen van de antieke staat zou bouwen, financierde hij opgravingen die werden geleid door de Belgische egyptoloog Jean Capart. In 1906 waren de plannen voor de stad klaar en begon de bouw met de aanleg van de infrastructuur en een hotel dat uit een sprookje van Duizend-en-één-nacht leek te komen. Dan volgden de boulevards met arcades, villawijken en meer bescheiden wijken, waarvan de gebouwen werden ontworpen door Belgische en Franse architecten. De onderneming beperkte zich echter niet tot de export van de Europese levenswijze of tot een interpretatie van de islamitische traditie, halfweg tussen de art nouveau en de art deco. Met zijn progressieve stedenbouwkundige visies en de toepassing van de modernste constructiemethoden, was dit ambitieuze project ook al verwant aan de nieuwe steden van de tweede helft van de 20e eeuw. Heliopolis is dus in meerdere opzichten een uitzonderlijk stedenbouwkundig patrimonium.

Anne VAN LOO

Architect en stedenbouwkundige, Doctor in de architectuur. Gespecialiseerd in de Belgische moderne beweging.

Wetenschappelijk medewerkster en daarna conservator van de Archives dArchitecture moderne in Brussel (1980-1992). Secretaris van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Wetenschappelijke publicaties en hoofdredacteur van het Repertorium van de architectuur in België van 1830 tot heden (Mercatorfonds, 2003).

Marie-Cécile BRUWIER

Archeoloog en kunsthistorica, Doctor in de letteren en wijsbegeerte. Gespecialiseerd in egyptologie.

Wetenschappelijk directeur van het Musée royal de Mariemont. Gastdocent aan de Université catholique de Louvain. Publicaties over egyptologie en wetenschappelijke redactie van tentoonstellingscatalogi. Ontwerpt tentoonstellingen over het oude Egypte die worden gebracht in het Musée royal de Mariemont. Archeologisch onderzoek in Alexandrië (Smouha) in samenwerking met De Hoge Raad voor Antiquiteiten van Egypte [Conseil Suprême des Antiquités de lÉgypte] en het Centrum voor Alexandrijnse studies.

Taal